28011 |
produktiegereed |
vaardig:
vēǝdix (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Julia]
Q121c Bleijerheide
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Maurits])
|
Gezegd van een pijler die gereed is om in produktie gebracht te worden. [N 95, 198]
II-5
|
17742 |
proeven |
proeven:
prø̄və (Q121c Bleijerheide)
|
proeven
III-2-3
|
31484 |
profiel |
lijst:
lī.s (Q121c Bleijerheide),
profiel:
profiel (Q121c Bleijerheide),
prufil (Q121c Bleijerheide)
|
Dwarsdoorsnede, loodrecht op de lengteas, van metalen lijstwerk dat met behulp van de zetbank vervaardigd is. Zie ook afb. 173. Met een vierkantige kandel (L 423) wordt een dakgoot bedoeld met een rechthoekige doorsnee zoals afgebeeld in Wld II.9, pag 176 (afb. 84a: "bakgoot"). Het woordtype ronde kandel is een benaming voor een in doorsnee halfronde dakgoot (vgl. Wld II.9, afb. 84b). [N 64, 12d] || In het algemeen een houten lijst waarvan de dwarse doorsnede een bewerkte vorm te zien geeft. Het profiel wordt met behulp van een profielschaaf aangebracht. De schaafzool en de schaafbeitel van dit type schaven vertoont de negatieve vorm van het profiel. Zie ook de volgende lemmata. [N 55, 150]
II-11, II-12
|
30124 |
profielbalken |
i-balken:
ībɛlǝk (Q121c Bleijerheide)
|
IJzeren profielijzers, vaak met I-vormige doorsnede, die worden gebruikt bij het vervaardigen van een troggewelf. Zie ook afb. 33. D.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balken' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 32, 20b; monogr.]
II-9
|
30065 |
profielen |
profielen:
prǫfilǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Gladde, rechte houten balkjes met een lengte van ongeveer 1,80 cm en een doorsnede van 7,5 x 7,5 cm, die verticaal op de hoeken van het metselwerk worden geplaatst. Zij worden gebruikt om het loodrecht opmetselen van de muren te bevorderen. Zie ook afb. 28. [N 31, 7a; monogr.]
II-9
|
32107 |
profielschaaf |
duivenjager:
dūvǝjē̜gǝr (Q121c Bleijerheide),
kraalschaaf:
krālšāf (Q121c Bleijerheide),
ojief:
ojif (Q121c Bleijerheide),
papegaaienbek:
papajęjǝbɛk (Q121c Bleijerheide),
profielschaaf:
profilšāf (Q121c Bleijerheide),
raamschaaf:
rāmšāf (Q121c Bleijerheide),
verkeerde ojief:
vǝrkīrt˱ ojif (Q121c Bleijerheide)
|
Schaaf waarmee een profiel wordt geschaafd. Zie ook afb. 153. Profielschaven bestaan in veel verschillende uitvoeringen, afhankelijk van het profiel dat geschaafd moet worden. De schaafbeitels en de schaafzolen van profielschaven hebben de tegenovergestelde vorm van het profiel, dat aangeschaafd moet worden. Zie ook de lemmata ɛprofielɛ, ɛkraalprofielɛ, ɛkwart-rondvormig profielɛ, etc.' [N 53, 74a-g; N 53, 75; monogr.]
II-12
|
32108 |
profielschaafbeitel |
profielmes:
prufilmɛts (Q121c Bleijerheide)
|
De schaafbeitel van een profielschaaf. [N 53, 55c]
II-12
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
profietere (Q121c Bleijerheide)
|
profiteren
III-1-4
|
27588 |
promotie maken |
bevorderd werden:
bǝfø̜rdǝrt wēǝdǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
een aanstelling krijgen:
eŋ āštɛluŋ krījǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
get meer werden:
jɛt mīǝ wēǝdǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
hogerop komen:
huǝjǝrop komǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Willem-Sophia])
|
In rang bevorderd worden of meer loon krijgen. [N 95, 1003]
II-5
|
21698 |
prop |
opdopper:
op˱dø̜pǝr (Q121c Bleijerheide)
|
Een op een tol gelijkend werktuig voor het verwijden van de uiteinden van (loden) pijpen in verband met het maken van rechte verbindingen. Zie ook afb. 255. De prop kan van beukenhout of van gegoten ijzer vervaardigd zijn (Oosterhof, pag. 35). [N 64, 61a; monogr.]
II-11
|