id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
24975 | rechtop | graad (du. grade): jraad (Bleijerheide), oprecht: ópreët (Bleijerheide), rechtop: reëtóp⁄ (Bleijerheide), snak: sjnak (Bleijerheide) | rechtop III-4-4 |
31439 | rechtse schaar | rechtse scheer: ręǝtsǝ šīǝr (Bleijerheide [(voor rechtshandigen)] ) | In het algemeen een schaar die door de stand van bekken en benen geschikt is voor het gebruik in de rechterhand. [N 64, 3b; N 66, 4b] II-11 |
27644 | reddingsploeg | rettungsmannschaft: rɛduŋsmanšaft (Bleijerheide [(Domaniale)] [Eisden]) | Ploeg die tot taak heeft in geval van een mijnramp te trachten eventuele in de mijn in gevaar verkerende mensen te redden, inrichtingen te beschermen enz. [monogr.; N 95 add.; N 95, 949] II-5 |
20961 | reep | tafel (du.): Ing ta¯fel sjokkelaad ta’fel (Bleijerheide) | tablet III-2-3 |
28312 | regelaar vervoer | telefonist: tɛlǝfǫnest (Bleijerheide [(Domaniale)] [Julia]) | De vervoerregelaar regelt in de Nederlandse mijnen het transport en de distributie van de lege wagens voor de verschillende laadstations. In de Belgische mijnen kent men hiervoor de "dispatcher". "De dispatcher verdeelt de ledige mijnwagens over de verschillende afdelingen en pijlers. Hij vormt de rijen wagentjes voor hun vertrek en stelt zich gedurende de ganse werktijd telefonisch op de hoogte van het vervoer" (Vanwonterghem pag. 100). [N 95, 150; N 95, 149b; monogr.; Vwo 233; Vwo 284; Vwo 828; Vwo 830] II-5 |
25171 | regen (alg.) | regen: reën (Bleijerheide), räen (Bleijerheide) | regen || regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] III-4-4 |
25181 | regenboog | regenboog: d⁄r räenboag (Bleijerheide) | regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4 |
25238 | regenbuitje | schuiltje: ee sjūūlsje (Bleijerheide) | licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4 |
25183 | regenen (alg.) | regenen: räene (Bleijerheide), smiezen: sjmīēse (Bleijerheide) | regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4 |
18554 | regenjas | regenmantel: raen mangtel (Bleijerheide), ráenmantel (Bleijerheide) | een regenmantel [N 59 (1973)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)] III-1-3 |