e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voeringleersoorten bazaan: bazān (Bleijerheide), varkensvoering: vɛrkǝnsvōreŋ (Bleijerheide) Leersoorten die voor de voering van schoenen worden gebruikt. [N 60, 4a; N 60, 4b] II-10
voerman paardsjong: pēǝtsjǫŋ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), stalmeester: šta.lmēstǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Eisden]), voerknecht: (knecht van de voerman)  vōrknē̜ǝt (Bleijerheide), voerlui: voǝrly (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), voerman: voǝrma.n (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Laura, Julia]), vōrman (Bleijerheide) De man die bij het ondergronds kolentransport de paarden leidde. [N 95, 936; N 95, 937] || Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10, II-5
voet voet: vŏs (Bleijerheide), vós (Bleijerheide) Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)] III-1-1
voet (alternatieve benamingen) poot: poeətə (Bleijerheide), poot (Bleijerheide) Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)] III-1-1
voet van de pijler strebvoet: [streb]vos (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Laura, Julia]), voet streb: vos štrēp (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Gewoonlijk het laagstliggende einde van de pijler; hier worden over het algemeen de in de pijler gewonnen kolen afgevoerd. Voor de fonetische documentatie van de woorden en woorddelen (pijler) en (streb) zie men het lemma Pijler. [N 95, 279] II-5
voetlei druplei: dryplaj (Bleijerheide) Halve lei die aan de onderzijde van het dakvlak op het voetlood wordt aangebracht. Teneinde een voetlei dezelfde helling te geven als de hoger liggende leien wordt óf de onderste dakdeel van het beschot dikker genomen óf een lat langs de onderkant van het dak gespijkerd. Zie ook het lemma 'Voetlood'. [N 64, 156b] II-9
voetlood voetlood: vosluǝt (Bleijerheide) Plaat lood die aan het onderste deel van een dak wordt aangebracht. Voetlood wordt onder meer gebruikt bij de overgang van het pannendak naar de dakgoot en van het pannendak naar de gemetselde schoorsteen. [N 64, 102e; N 64, 152b] II-9
voetplank watervalbred: wasǝrvalbrɛt (Bleijerheide) De plank die op de kepers van een dak wordt gespijkerd om de helling van het dak te verzachten en om regenwater buiten het bereik van het gebouw te laten vallen. [N 54, 190b] II-9
voetzool balk: balək van dər vos (Bleijerheide), zool: zóəl (Bleijerheide) zool [DC 01 (1931)] III-1-1
vogel, algemeen vogel (enk.): voeë’jel (Bleijerheide) vogel III-4-1