e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bleijerheide

Overzicht

Gevonden: 4871
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruidegom brutigam (du.): brutiejam (Bleijerheide) bruidegom III-2-2
bruiloft hoogtijd: hoeëgtsiet (Bleijerheide) bruiloft III-2-2
bui, regenbui schuil: sjoel (Bleijerheide) bui, regenbui III-4-4
buik buik: boech (Bleijerheide), boeg (Bleijerheide), buikstukker: būxštøkǝr (Bleijerheide) buik (lijf) [DC 01 (1931)] || Het gedeelte van de huid dat de buik bedekt. Zie afb. 1. [N 60, 3e; N 36, 5] II-10, III-1-1
buikpijn buikpijn: boechpieng (Bleijerheide), pijn in de buik: píng in dər boeg (Bleijerheide), pijn in het lijf: pieng ijjə līēf (Bleijerheide) ik heb pijn in mijn buik of de buik doet mij zeer [DC 01 (1931)] III-1-2
buiksuçon buiksuçon: buxsezoŋ (Bleijerheide) Gebogen taillenaad voor veel buikwelving. [N 59, 94d] II-7
buikvoorsprong buikwijdte: būxwiǝdǝ (Bleijerheide) Maat genomen van de voorpartij van de taillewijdte. De taillewijdte bestaat uit twee ongelijke helften, de achterhelft noemt men de lendenbreedte en de voorpartij de buikvoorsprong (Papenhuyzen II, pag. 11). Zie afb. 28. [N 59, 45b; N 59, 44c] II-7
buil op het hoofd buil: böl oppene kop (Bleijerheide) buil op het hoofd [buts, buil] [N 10a (1961)] III-1-2
buis roor: rø̄r (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]) Algemene benaming voor een onderdeel van buisleidingen voor het transport van water, lucht, perslucht enz. [N 95, 784; Vwo 802; Vwo 203] II-5
buitenechtelijk kind poefkind: poefkink (Bleijerheide) buitenechtelijk kind III-2-2