e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bleijerheide

Overzicht

Gevonden: 4871
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cement cement: tsǝ`mɛnt (Bleijerheide) Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.] II-9
cementmortel cementspijs: tsǝ`mɛnt[spijs] (Bleijerheide) Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.] II-9
cent cent: cens (Bleijerheide) cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)] III-3-1
centerboor centerboor: sɛntǝrbǫar (Bleijerheide) Boorijzer voor hout waarvan de schacht uitloopt in een centreerpunt die de boor leidt. Aan de ene zijde van deze punt bevindt zich een voorsnijder die het te boren gat afschrijft en uitsnijdt en aan de andere zijde een soort gutsje dat het hout binnen de afgeschreven omtrek uitschaaft. Vgl. afb. 74c. Zie ook het lemma ɛcenterboor, schijfboorɛ in Wld II.11, pag. 77-78. Het betreft daar een vergelijkbaar type boor dat gebruikt wordt om grote cirkelvormige gaten in metaal(plaat) aan te brengen.' [N 53, 163a; N G, 31d; monogr.] II-12
centrale verwarming heizung (d.): hai̯tsuŋ (Bleijerheide), kèrper (d.): køͅrpər (Bleijerheide) centrale verwarming || gasradiator [N 64 (1973)] III-2-1
cervelaatworst belster: bel’ster (Bleijerheide), plokworst: blok’woeësj (Bleijerheide) cervelaatworst || plokworst III-2-3
chagrijn chagrijn: sjajreng’ (Bleijerheide) chagrijn III-1-4
changeant changerend: šaŋjērǝnt (Bleijerheide) Katoenen, wollen of zijden weefsel met een wisselende weerschijn naarmate het licht er anders op valt. [N 62, 96] II-7
cheviot cheviot: cheviot (Bleijerheide) Weefsel vervaardigd uit cheviot kam- of kaardwol en geweven in gelijktijdige keperbinding. Meestal in donkere tinten (zwart of marine) geverfd en gebruikt voor heren- en jongenskleding, damesjaponnen en damesrokken en andere (Bonthond s.v. ø̄cheviotø̄). [N 59, 201; N 62, 98] II-7
chocolade chocolade: sjokkelaad’ (Bleijerheide) chocolade III-2-3