18409 |
dameshoed? |
hoed:
hot (Q121c Bleijerheide)
|
dameshoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
28729 |
dameskleermaker |
damessnijder:
dāmǝsšnīdǝr (Q121c Bleijerheide)
|
Persoon die alleen werk voor vrouwen maakt. [N 59, 195d]
II-7
|
18263 |
damesmantel |
mantel:
manktel (Q121c Bleijerheide, ...
Q121c Bleijerheide)
|
damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19633 |
dampen |
paven:
flem’pe (Q121c Bleijerheide),
zwademen:
sjwa’me (Q121c Bleijerheide)
|
dampen || sterk roken
III-2-3
|
17805 |
dansen |
vibreren:
vibrīrǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Gezegd van een schaaf waarvan de schaafbeitel niet goed is ingesteld. [N 53, 117]
II-12
|
17702 |
darm |
darm:
derm (Q121c Bleijerheide),
dèrəm (Q121c Bleijerheide)
|
darm [DC 02 (1932)]
III-1-1
|
25435 |
darmen |
aarsdarm:
ārsdɛrm (Q121c Bleijerheide),
endeldarm:
ɛndǝldɛrm (Q121c Bleijerheide),
kransdarm:
kransdɛrm (Q121c Bleijerheide),
poepdarm:
pupdɛrm (Q121c Bleijerheide)
|
In dit lemma zijn geïnventariseerd de benamingen voor verschillende darmsoorten. Exact uitsplitsen van de benamingen die alleen op darmsoorten van het varken of op die van het rund duiden, was niet goed mogelijk. Men mag er echter van uitgaan dat een groot aantal benamingen van toepassing is zowel op de darmen van het rund als op die van het varken. In het lemma is een splitsing aangebracht tussen de algemene benamingen voor darmen en de benamingen voor de verschillende soorten. [N 28, 86; monogr.]
II-1
|
25453 |
darmen met worstvlees vullen |
stoppen:
stopǝ (Q121c Bleijerheide)
|
Het kleingemaakte vlees en vet in de schoongemaakte darmen doen. Dit kan gebeuren door het vlees en vet met de duim door een trechter in de over de tuit van de trechter ge-schoven darm te duwen. Men gebruikt hiertoe ook wel een koeiehoren waarvan de punt is verwijderd. Moderner is het gebruik van een aanzetstuk op de worstmolen: over dit holle aanzetstuk wordt de darm geschoven; het vlees worden bovenin de molen gedaan en door de buis in de darm geduwd. Vergelijk ook het lemma ''worst maken''. Een object "darmen", "vlees", "pensen", "worst" e.a. wordt niet fonetisch gedocumenteerd. [N 28, 119; monogr.]
II-1
|
25452 |
darmen schoonmaken |
darmen slijmen:
[darmen] šlimǝ (Q121c Bleijerheide)
|
De darmen die als omhulsel voor de worst gebruikt worden, worden eerst leeggeperst. Daarna worden ze verder schoongemaakt door ze binnenste buiten te keren en ze met al dan niet zout water af te wassen, of door het resterende vuil weg te krabben. Meestal worden de darmen vervolgens uitgekookt. Het object "darmen" is niet fonetisch gedocumenteerd. [N 28, 117; monogr.]
II-1
|
25439 |
darmenbak |
korf:
korf (Q121c Bleijerheide),
mangel:
maŋel (Q121c Bleijerheide)
|
Mand, bak of iets dergelijks waarin de ingewanden worden opgevangen, als de buik wordt doorgesneden. [N 28, 61; monogr.]
II-1
|