e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

Gevonden: 5182
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druilerig en koud weer het staat te loeren: ’t waer steit te loewere (Blerick), miezerig (weer): miezerig (Blerick), miezerig waer (Blerick), nat (weer): eine nate zomer (Blerick, ... ), naat (Blerick, ... ), naat waer (Blerick, ... ), regenachtig (weer): regenechtig waer (Blerick), waterkoud (weer): water kald (Blerick) druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)] III-4-4
druipen van de regen druipen: hê droop van den rêgen (Blerick, ... ), hê druupt van den rêgen (Blerick, ... ), druppen: drupen (Blerick) droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: droeventros (Blerick) druiventros [SGV (1914)] I-7
druk heen en weer lopen bedrijvig lopen: bedrievig laope (Blerick), dribbelen: dribbele (Blerick), [vgl. vraag 140, rk]  dribbele (Blerick), haastig lopen: häostig (Blerick), op en neer lopen: op en nêêr laope (Blerick), rondlopen: ronklaope (Blerick), rondredderen: rondriddere (Blerick) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
druk praten druktesmaker (zn.): dröktesmaker (Blerick) druk praten [stemmen] [N 87 (1981)] III-3-1
drukken drukken: drökke (Blerick, ... ) Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)] III-1-2
drukte, gedoe gedoen: gedoon (Blerick) gedoente [SGV (1914)] III-1-4
druppel drup: ennen droap (Blerick), druppel: dröppel (Blerick), enne dröppel (Blerick), ennen dröppel (Blerick, ... ), ennen dröppel water (Blerick) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4
dubbel sierhek poort: pǭrt (Blerick) Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6] I-8
dubbele lijn dobbele leis: dǫbǝlǝ lęi̯s (Blerick) Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34] I-10