17837 |
dutje |
dutje:
dutje (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
dûtje (L269p Blerick),
ein dutje doon (L269p Blerick),
slaapje:
slēūpke (L269p Blerick)
|
Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] || middagdutje [SGV (1914)] || middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)] || Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21418 |
duur |
duur:
deur (L269p Blerick),
deùr (L269p Blerick)
|
duur: Dit grote huis wordt me te -, ik ga kleiner wonen [DC 35 (1963)] || veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17895 |
duwen |
duwen:
douwen (L269p Blerick),
duwə (L269p Blerick)
|
duwen [RND], [SGV (1914)]
III-1-2
|
21732 |
dwangbuis |
dwangbuis:
dwangbuus (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick)
|
een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21165 |
dwarsbalk |
biels:
biels (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick)
|
de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19330 |
dwarsdrijven |
warsdrijven:
wèrsdrieven (L269p Blerick)
|
dwarsdrijven [SGV (1914)]
III-1-4
|
19345 |
dwarsdrijver |
warsdrijver:
wèrsdriever (L269p Blerick)
|
dwarsdrijver [SGV (1914)]
III-1-4
|
19504 |
dweil |
dweil:
dweͅi̯l (L269p Blerick),
dweͅi̯əl (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19657 |
dweilen |
dweilen:
dweͅi̯lə (L269p Blerick),
dweͅi̯ələ (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
poetsen:
poetse (L269p Blerick),
putsə (L269p Blerick)
|
grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)] || stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
18405 |
eau de cologne |
air de cologne (<fr.):
aer je cloenje (L269p Blerick)
|
reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)]
III-1-3
|