| 19390 |
etagère |
etagère:
etagieare (L269p Blerick),
siertafel:
siertaofel (L269p Blerick)
|
Tafel of kastje om kostbare voorwerpen op uit te stallen (stagère, siertafel) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 21854 |
etalage |
etalage (<fr.):
etalage (L269p Blerick)
|
de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 20855 |
eten (ww.) |
eten:
aete (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick),
éttə (L269p Blerick)
|
eten [DC 35 (1963)], [DC 37 (1964)], [RND]
III-2-3
|
| 20719 |
etensresten |
overschot:
Syst. WBD
euverschot (L269p Blerick)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 21374 |
etiquette - <stroef persoon> |
zure, een ~:
⁄ne zaore (L269p Blerick)
|
niet gemakkelijk in de omgang, stroef [stoer, stuurs, zuur, strak, straf] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 18047 |
etter |
etter:
ètter (L269p Blerick)
|
etter [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 24143 |
europese kanarie |
kanarie:
kenarie (L269p Blerick)
|
kanarie, Europese ~ (11,5 gelig-bruinig; heel kort bekje, gele stuit; nog niet lang hier op trek; nog zeldzaam; meest in Oost-Brabant; laatste tijd als bastaard * gewone kanarie in kooi; zang stelt niet veel voor, rinkelend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
| 19423 |
fakkel |
fakkel:
fakkel (L269p Blerick)
|
In een licht ontvlambare stof gedrenkt stuk hout als verlichtingsmiddel (fakkel, toorts, askel, lont) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 22485 |
fakkeloptocht |
fakkeloptocht:
fakkeloptoch (L269p Blerick),
sinter-maartenoptocht:
sintermertenoptch (L269p Blerick)
|
Een optocht s avonds of s nachts waarbij fakkels meegedragen worden. [N 88 (1982)] || Met fakkels lopen op de eerste zondag van de vasten. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 20172 |
familie |
familie:
ganse femielie (L269p Blerick),
verwant:
verwant (L269p Blerick)
|
het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 87 (1981)] || het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|