e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gereed klaar: klaor (Blerick, ... ), kloar (Blerick) gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar [SGV (1914)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)] III-1-4
geren geren: gējrǝ (Blerick) Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10] II-7
gering aantal, een paar paar: ⁄n paar (Blerick) een gering aantal [paar] [N 91 (1982)] III-4-4
geronnen melk dikke melk: dikke melk (Blerick) Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.] I-11
gerookte paling gerookte aal: geruikde aol (Blerick) panpaling; Hoe noemt U: Een gerookte panpaling [N 80 (1980)] III-2-3
gerst gerst: gɛrs (Blerick) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
geruite jurk ruitjeskleed: ruutjeskleid (Blerick, ... ) jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)] III-1-3
geschenk cadeautje (<fr.): kedotje (Blerick) dat wat je kado geeft [gave, geschenk, gift, present, zende, kado] [N 89 (1982)] III-3-1
geslacht familie: femielie (Blerick) de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
geslachtsrijpe koe maaltje: mø̜̄lkǝ (Blerick) Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23] I-11