18017 |
hoest |
hoest:
hoost (L269p Blerick)
|
hoest [SGV (1914)]
III-1-2
|
18018 |
hoesten |
hoesten:
hooste (L269p Blerick),
hōōste (L269p Blerick),
hôôste (L269p Blerick),
kaffen:
kaffe (L269p Blerick),
rochelen:
rochele (L269p Blerick)
|
hoesten [keche, kechelen] [N 10a (1961)] || Kuchen: kort en droog hoesten (kuchen, kochelen, krochen, krochelelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33034 |
hoeveelheid halmen voor een halve schoof |
hoop:
hǫu̯p (L269p Blerick)
|
In het zuiden van Belgisch Limburg waar met de zicht wordt gemaaid kent men het begrip "ongebonden halve graanschoof"; de maaier haalt met één keer inkappen en uitwinnen de hoeveelheid halmen voor een halve schoof bijeen. In de rest van het onderzoeksgebied komt het begrip niet voor. Zie ook de algemene toelichting bij deze paragraaf en kaart 19. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; Goossens 1963, krt. 29; monogr.]
I-4
|
32937 |
hoeveelheid hooi die men opsteekt |
flok:
sluk (L269p Blerick),
gaffel:
gafǝl (L269p Blerick)
|
De hoeveelheid hooi die de opsteker in één keer met z''n gaffel aangeeft aan de optasser. Zie voor het vocalisme van het woordtype riek de opmerking in de semantische toelichting bij het lemma ''houten schudgaffel'' en bij het lemma ''hooihark''.' [N 14, 118; A 34, 5a]
I-3
|
25414 |
hoeven verwijderen |
hoeven afhouwen:
ājhǫwǝ (L269p Blerick)
|
Eerst wordt de gehele poot verwijderd van het lijf en dan worden later de hoeven van de poot gekapt. Het kan zijn dat sommige antwoorden eerder duiden op het begrip "poot verwijderen" dan op "hoef verwijderen". [N 28, 46; monogr.]
II-1
|
18307 |
hoge herenschoen |
bottine:
hoog
bottines (L269p Blerick),
hoge schoen:
hoeəgə schoon (L269p Blerick),
hoëge schoon (L269p Blerick)
|
herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] || Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [bottine] [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
18258 |
hoge hoed |
buis:
(vroeger)
buus (L269p Blerick),
hoge hoed:
hoëgenhood (L269p Blerick)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20448 |
hoge hoed bij begrafenis |
buis:
(vroeger)
buus (L269p Blerick),
hoge hoed:
hoëgenhood (L269p Blerick),
kachelpijp:
(vroeger)
kachelpiep (L269p Blerick)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-2-2
|
18376 |
hoge klomp? |
hoge klomp:
hoëge klomp (L269p Blerick)
|
klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18628 |
hoge pet met opstaand bovenstuk |
hoge zijden:
hoëge ziëje (L269p Blerick)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het hoge model {afb} [hoge zeje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|