24623 |
judaspenning |
judaspenning:
idiosyncr.
judaspenning (L269p Blerick)
|
Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)]
III-4-3
|
20075 |
juffertje-in-het-groen |
juffertje in het groen:
idiosyncr.
juffertje in ɛt groen (L269p Blerick)
|
Juffertje in ¯t groen (nigella damascena). De hemelsblauwe bloemen zijn elk omgeven door een omhulsel van zeer fijn verdeelde bladeren; de kokervruchten zijn tot aan de top aaneen gegroeid (bij de wilde nigelle maar tot de helft) (spinnekop, kobbe, juffer [N 92 (1982)]
III-2-1
|
21336 |
juffrouw |
juffer:
juffer (L269p Blerick),
juffrouw:
juffrouw (L269p Blerick),
mevrouw:
(bij bepaalde latere leeftijd).
mevrouw (L269p Blerick)
|
hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffer [SGV (1914)]
III-3-1
|
17607 |
jukbeen |
jukbeen:
jukbein (L269p Blerick),
koon:
koon (L269p Blerick)
|
Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
33958 |
jukriem |
jukriem:
jøkrēm (L269p Blerick)
|
Verbinding tussen het haam en de disselboom, als men met een tweespan rijdt. Verscheidene zegslieden verklaren dat een tweespan in hun gemeente niet (meer) voorkomt. [N 13, 12]
I-10
|
18707 |
jumper |
jumper:
jumper (L269p Blerick),
vest:
vest (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18192 |
jurk |
bloes:
weej daen blouse hielemaol motte lossnieje as wie um wille verangere (L269p Blerick),
kleed:
kleid (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
we zulle det kleit gans oetrein motte haole veur weej ut kinne verandere (L269p Blerick),
wééj zölle dek kleid gans motte losdoon veur wééj um kinne verangere (L269p Blerick)
|
jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || Jurk. We zullen die jurk helemaal moeten lostornen voor we ’m kunnen veranderen. [DC 39 (1965)]
III-1-3
|
20697 |
jus, vleesnat |
jus:
Syst. WBD
jus (L269p Blerick)
|
Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18232 |
juweel |
juweel:
juweel (L269p Blerick)
|
een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
17602 |
kaak |
kaak:
kaak (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick),
kaaken (L269p Blerick),
Recenter.
kaak (L269p Blerick)
|
kaak [DC 02 (1932)] || Was er vroeger een ander woord bekend? Zo ja, welk? [DC 27 (1955)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)]
III-1-1
|