e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krassen krassen: krassen (Blerick), kratsen: kratse (Blerick) het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)] || krassen [SGV (1914)] III-4-4
kreeft kreeft: kreef (Blerick) kreeft [SGV (1914)] III-2-3
krekel krekel: krekel (Blerick, ... ) krekel [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
krentenbaard krenten: krinten (Blerick), krentenbaard: krentebaard (Blerick) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
krentenbol krentenbroodje: Syst. WBD  krintebruudje (Blerick) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenbrood: krintebroad (Blerick), krentenmik: krinte mik (Blerick), krintemik (Blerick), Syst. WBD  krintemik (Blerick) brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || krentenbrood [SGV (1914)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] || wittebrood met alleen krenten [DC 053A (1978)] III-2-3
kreukel kreukel: kreukel (Blerick) ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)] III-1-3
kreukelen verkreukelen: verkreukele (Blerick) zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)] III-1-3
kreunen kreunen: kreune (Blerick) kreunen [SGV (1914)] III-1-4
kreunen van de pijn creperen: krepere (Blerick), kermen: kermen (Blerick) Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)] III-1-2