33409 |
legnest |
bocht:
box (L269p Blerick),
legnest:
leqnęs(t) (L269p Blerick)
|
Het nest waarin de kippen hun eieren leggen. Est is door metanalyse uit nest ontstaan. [N 19, 32; A 48, 16e; monogr.; add. uit S 25]
I-6
|
23465 |
lei(en) |
lei(en):
lei (L269p Blerick)
|
Een lei, de leien op het dak van de kerk [laj, lajje?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34147 |
leiden |
dekken:
dɛkǝ (L269p Blerick),
leiden:
lɛi̯ǝ (L269p Blerick),
winnen:
wenǝ (L269p Blerick)
|
De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
32337 |
lek geworden |
verrad:
vǝrrāt (L269p Blerick)
|
Een lek in een vat of ton wordt meestal veroorzaakt door uitdroging van het hout waardoor de banden los gaan zitten en de duigen en bodemplanken niet meer tegen elkaar aan sluiten. [N E, 52]
II-12
|
20580 |
lekkerbek |
lekkerbek:
lekker bek (L269p Blerick),
lekkerbek (L269p Blerick)
|
lekkerbek; Hoe noemt U: Iemand die goed kan eten (lekkerbek, lekkertand, likkebaard, fijnbek, smulbaard, smuiger) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24570 |
lelietje-van-dalen |
sneeuwklokje:
snie klökske (L269p Blerick),
-
snieklökske (L269p Blerick)
|
lelietje-van-dalen [DC 57 (1982)]
III-4-3
|
17643 |
lende |
lende:
lende (L269p Blerick),
linde (L269p Blerick),
lingde (L269p Blerick),
linje (L269p Blerick)
|
lendenen [SGV (1914)] || lendenen [lenge, leene, leende] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
25627 |
leng |
muf:
myf (L269p Blerick)
|
Leng is een ziekte in het brood veroorzaakt door de "lengbacil". De leng openbaart zich allereerst door een onaangename zoete geur tezamen met een verkleuring en kleverig worden van de kruim van het brood (Schoep blz. 117). Werkt de leng door dan wordt de verkleuring groter, de kruim wordt kleveriger en de geur wordt zeer onaaangenaam. Breekt men het brood door, dan ziet men bruine kleverige draden tussen de afgebroken delen. Het brood is dan niet voor consumptie geschikt. Bij normale omstandigheden van vocht en temperatuur kan de leng-bacil zich niet ontwikkelen. In de zomermaanden is het ontstaan van leng het meest voor de hand liggend. Zo snel mogelijke afkoeling van het brood en het bewaren op een koele luchtige plaats bestrijdt doelmatig het euvel van de leng (Schoep blz. 147). Het lemma bestaat uit verschillende grammaticale categorieën. [N 29, 72; N 29, 68a; monogr.]
II-1
|
17558 |
lenig |
gezwank:
gezwank (L269p Blerick),
kevief (<fr.):
kevief (L269p Blerick),
lenig:
lenig (L269p Blerick),
rap:
rap (L269p Blerick),
zwak:
zwaak (L269p Blerick)
|
Gebruikt men bij u een woord als zwak in de zin van lenig, buigzaam? Zo ja, hoe is dan de uitspraak? [DC 43 (1968)] || lenig [zwak, gezwak] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24895 |
lente, voorjaar |
lente:
de linte (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
linte (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick),
voorjaar:
veurjaor (L269p Blerick)
|
lente [DC 39 (1965)], [SGV (1914)]
III-4-4
|