e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke duif mannetjesduif: menkesdoef (Blerick) Mannetjesduif. [SGV (1914)] III-3-2
mannelijke eend wielder: wildǝr (Blerick) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.] I-12
mannelijke gans genk: gɛŋk (Blerick), mannetjesgans: mɛnkǝsgans (Blerick) [A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
mannelijke geit bok: buk (Blerick), buq (Blerick) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke hond, reu mannetje: menke (Blerick), rammel: remmel (Blerick), reu: reu (Blerick) Hoe noemt u een mannelijke hond (reu, rengel, menne, menneke) [N 83 (1981)] III-2-1
mannelijke meikever junikever: junikaever (Blerick), mannetje: menke (Blerick) meikever, mannetje [DC 18 (1950)] || meikever, met veel wit stof [DC 18 (1950)] III-4-2
mannelijke merel merel: maerel (Blerick) een mannelijke merel (melhoorn, merelhoorn) [N 83 (1981)] III-4-1
mannelijke vis snoek: naam van de vis b.v. snoek (?)  snoek (Blerick) Hoe noemt u een mannelijke vis (hommer, hom, homvis, milter) [N 83 (1981)] III-4-2
mannenkleren manskleren: mans kleijer (Blerick), manskleijer (Blerick), mansluikleren: mansluu kleijer (Blerick) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
mannenonderhemd manshemd: manshaemp (Blerick) onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3