17609 |
neus (spotnamen) |
gevel:
gaevel (L269p Blerick),
geevel (L269p Blerick),
gēvel (L269p Blerick),
kokker:
kaoker (L269p Blerick),
kokker (L269p Blerick),
kokkerd:
kokkert (L269p Blerick),
kuit:
kuit (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick),
snotter:
snotter (L269p Blerick)
|
neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)] || neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] || neus: spotbenamingen [snoet, snotkoker, fok, fokker, kokker, domphoren, gevel, foemp] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18343 |
neus van een schoen |
snuit:
snoet (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
17614 |
neusgaten |
neusgaten:
naasgater (L269p Blerick),
neusgate (L269p Blerick),
neusgater (L269p Blerick)
|
neus: neusgaten [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34222 |
neusklem |
ring:
reŋk (L269p Blerick)
|
Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d]
I-11
|
34370 |
neusring |
ring:
reŋk (L269p Blerick),
ringnagel:
reŋknāgǝl (L269p Blerick)
|
Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.]
I-12
|
20482 |
nicht |
nicht:
nich (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
neen
nich (L269p Blerick),
nichje
nich (L269p Blerick)
|
nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
17698 |
nier |
nier:
neer (L269p Blerick),
neere (L269p Blerick),
nier (L269p Blerick)
|
nier [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34208 |
nierbekkenontsteking |
aan de nieren hebben:
ān dǝ nērǝ hø̜bǝ (L269p Blerick)
|
Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43]
I-11
|
34265 |
nieren |
niertjes:
nērkǝs (L269p Blerick)
|
Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d]
I-11
|
26704 |
niet afgegraven hoogveen |
peel:
pīǝl (L269p Blerick)
|
Echt hoogveen is beperkt tot een paar gebieden in Nederland. Een aantal opgaven duidt zeker niet op hoogveen maar op een bepaalde grond waar het mogelijk is turf te steken. [N 27,18b]
II-4
|