e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
noot noot: noot (Blerick, ... ) noot [DC 47 (1972)] III-2-3
nors bars: bars (Blerick), nors: norsch (Blerick), wars: waers (Blerick) norsch (barsch) [SGV (1914)] || onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)] III-3-1
noten afslaan noten afgooien: neut aafgoeje (Blerick) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3
notenboom notenboom: -  notebom (Blerick), soms  noteboum (Blerick) okkernoot [DC 17 (1949)] I-7
notendop bast: bas (Blerick) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] I-7
notulen notulen: notule (Blerick), notulen (Blerick), verslag: verslaag (Blerick, ... ) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1
nylonkous nylon: nylons (Blerick, ... ) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] || nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3
ochtend (vanmorgen de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]: de merge (Blerick) s morgens) [N 91 (1982)] III-4-4
oever kant: kant (Blerick, ... ), oever: (kant).  oever (Blerick), wal: de wal (Blerick), wal (Blerick), waterkant: de water kant (Blerick) oever [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] III-4-4
oeverzwaluw bergzwalm: bergzwalm (Blerick), oeverzwalm: oever swalm (Blerick) oeverzwaluw [DC 18 (1950)] || overzwaluw (12 lichtbruin boven, van onder wit; broedt met vele tegelijk in gaten in een steile zandkant; niet zo algemeen [N 09 (1961)] III-4-1