e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pasgeboren kalf nuchter kalf: nø̄xtǝr [kalf] (Blerick) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
paspoort pas: pas (Blerick, ... ), paspoort (<fr.): paspoort (Blerick) het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)] III-3-1
pastinaak pastenaken: pastenaak (Blerick) De pastinaak, de vlezige wortel van de plant met dezelfde naam, die een aromatische smaak heeft (pastenaak, pannenakkerstrung). [N 82 (1981)] I-7
pastoor pastoor (<lat.): pəstu:r (Blerick) pastoor [RND] III-3-3
pastorie pastorie: pastorie (Blerick) pastorie [SGV (1914)] III-3-3
patates frites friet: friet (Blerick), patates frites: patates frites (Blerick), Syst. WBD  patates frites (Blerick) de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] || Patates frites (friet, petat?) [N 16 (1962)] III-2-3
pater pater (lat.): pa.tər (Blerick) pater [RND] III-3-3
patrijs patrijs: petries (Blerick) patrijs (30 overal in troepen op akkers; bruin hoefijzer op de buik; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1
paus paus: paus (Blerick) paus [SGV (1914)] III-3-3
peetoom peetoom: pätoe-eme (Blerick, ... ), pètoom (Blerick), peter: pèter (Blerick, ... ), pêter (Blerick), heel oude mensen zeggen: miene pieter  pieter (Blerick), peteroom: pèteroe͂me (Blerick) peetoom [SGV (1914)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2