22356 |
priktol |
dop:
dop (L269p Blerick),
smikdop:
smikdop (L269p Blerick),
tol:
tol (L269p Blerick)
|
Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [DC 24 (1953)] || Speeltol. [BN 03] || tol (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
18927 |
proberen |
proberen:
prebeere (L269p Blerick)
|
proberen: Als hij kans ziet zal hij - je te bedriegen [DC 35 (1963)]
III-1-4
|
21722 |
proces |
proces (<lat.):
proces (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
zitting:
zitting (L269p Blerick)
|
de zitting van een rechterlijk college waarin een overtreding of misdrijf onderzocht wordt, en waarin een uitspraak gedaan wordt [kwerel, audiëntie, proces, ordenantie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21515 |
proces-verbaal |
bonnetje:
bunke (L269p Blerick),
búnke (L269p Blerick),
proces-verbaal:
perses(verbaal) (L269p Blerick),
procesverbaal (L269p Blerick),
verbaal (<fr.):
verbaal (L269p Blerick)
|
het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23243 |
processie |
processie (<lat.):
processie (L269p Blerick)
|
processie [SGV (1914)]
III-3-3
|
17742 |
proeven |
proeven:
preuve (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick),
prêuve (L269p Blerick)
|
proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
18221 |
pronken |
prijken:
prieke (L269p Blerick),
pronk:
(o klank dof uitspreken).
pronk (L269p Blerick),
pronken:
pronke (L269p Blerick)
|
in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] || prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)]
III-1-3
|
20506 |
proosten |
proosten:
prooste (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21698 |
prop |
prop:
prop (L269p Blerick)
|
een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)]
III-3-1
|
22310 |
proppenschieter |
knaptoet:
knaptoet (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
knaptōēt (L269p Blerick),
proppenschieter:
eine proppescheeter (L269p Blerick),
proppescheëter (L269p Blerick),
prōppescheeter (L269p Blerick),
prö.ppescheeter (L269p Blerick),
toet:
toe.t (L269p Blerick)
|
Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] || Proppenschieter. [BN 03]
III-3-2
|