e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vaandeldrager vaandrig: vaandrig (Blerick) Degene die het vaandel draagt in een schutterij, gilde [vaandrig, venderik, afferis, vendelzwaaier]. [N 88 (1982)] III-3-2
vaars maal: mǭl (Blerick), rind: rent (Blerick), reŋk (Blerick), vaars: vārs (Blerick), vɛrs (Blerick) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek handdoek: hant˂dōk (Blerick) vaatdoek [SGV (1914)] III-2-1
vaatje, maat van 250 liter vat: ⁄n vaat (Blerick) de maat die een inhoud aangeeft van 250 liter [kwartje, meuken, okshoofd, vaatje] [N 91 (1982)] III-4-4
vadem, maat van uitgestrekte armen reik: (vroegere maat bij de slacht, vb. n reik darmen).  ⁄n reik (Blerick) de maat die de afstand aangeeft tussen de rechter en de linkerhand bij zijdelings uitgestrekte armen (± 1,7m-1,9m) [rek, vadem, vaam] [N 91 (1982)] III-4-4
vademen (de/een) naald(e) vamen: dǝ nalt vē̜mǝ (Blerick), ęjn nǭlt vē̜mǝ (Blerick), door de naald steken: dōr dǝn nǭlt stē̜kǝ (Blerick), vamen: vē̜mǝ (Blerick) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader pap: pap (Blerick, ... ), als de kinderen klein zijn  pap (Blerick), papa: kleine kinderen  pappa (Blerick), vader: vader (Blerick, ... ), grote kinderen  vader (Blerick), grotere kinderen; altijd beleefd, met gij of u  vader (Blerick) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] III-2-2
vagevuur vagevuur: vagevuur (Blerick) vagevuur [SGV (1914)] III-3-3
vak van een kast vak: vak (Blerick) Deel van een kast dat door schotjes of deurtjes van de rest gescheiden is (vak, loket) [N 79 (1979)] III-2-1
valeriaan valeriaan: idiosyncr. meen me te herinneren dat men sprak van -  baldríaan (Blerick) Valeriaan (valeriana officinalis 50 tot 120 cm groot. De stengels zijn alleen bovenaan vertakt; de bladeren zijn groot en tegenoverstaand, ze zijn samengesteld of diep ingesneden. De bloemen zijn tweeslachtig en roze van kleur. De plant is sterk geurend [N 92 (1982)] III-4-3