e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verse koe verse koe: vǫrsǝ ku (Blerick) Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60] I-11
versierde schouderdoek kardinaal: kardinaal (Blerick), was n pellerien die in de taille werd vastgehouden  kardinaal (Blerick), kardinaal (<fr.): kardinaal (Blerick), was n pellerien die in de taille werd vastgehouden  kardinaal (Blerick), sluier: sluujer (Blerick, ... ) schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
versieren (met bloemen) kransen: kranse (Blerick), sieren: siere (Blerick), versieren: versiere (Blerick) Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)] III-3-2
versiersel versiering: versiering (Blerick) voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)] III-1-3
verslachten afslachten: āfslaxtǝ (Blerick) Verminderen in gewicht van het vlees ten gevolge van het slachten. [N 28, 97] II-1
versleten versleten: verslete (Blerick) door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)] III-1-3
versnaperingen ophalen op vastenavond balgooien: balgoeje (Blerick) Snoepgoed en andere versnaperingen ophalen op de eerste zondag van de vasten. [N 88 (1982)] III-3-2
verstandig verstandig: verstendig (Blerick) verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstelbaar luik boven de varkenstrog voerklep: vōrklęp (Blerick) Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e] I-6
verstelbare voerluiken voerplank: vōrplaŋk (Blerick) Verstelbare luiken, die de voergang afscheiden van de voerbak en de koeienstand, komen vooral in het noorden van Nederlands-Limburg voor. Door de luiken wordt het voer vanuit de voergang in de voerbak gedaan. Waar deze onbekend zijn, zijn vaak benamingen voor een ruif voor koeien vermeld. Deze zijn verzameld in het lemma "ruif voor de koeien" (2.2.19). [N 5 A, 37d; monogr.] I-6