e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

Gevonden: 5182
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dik sap van steenvruchten koekoekszeiver: koekoekzijver (Blerick) stijf geworden sap uit steenvruchten (kriekskesspouw, vogelesnot, most, gom, snot, spek, vogelhum, koekoeksbrood, vogelteer). [N 82 (1981)] I-7
dik worden dik worden: de pap wuurd diek (Blerick), vet mesten: vet misté (Blerick) dik worden; Hoe noemt U: Dik worden, gezegd van b.v. pap (dijen) [N 80 (1980)] III-2-3
dikke neus dop: dop (Blerick), gurk: joerk (Blerick), kuit: kuit (Blerick) neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)] III-1-1
dikke snee brood pil: Syst. WBD  pil (Blerick) Een dikke snee (haacht, hawiejk, wiejk, pil, stuut, hiejs?) [N 16 (1962)] III-2-3
dikke want want: wante (Blerick), wollen haas: wölle haase (Blerick) wanten, dikke ~, gemaakt van grove (wollen) stof [pieje, piejhesje] [N 23 (1964)] III-1-3
dikke wollen sjaal das: das (Blerick), wollen sjaal: wollen sjaal (Blerick), wölle sjaal (Blerick) das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)] III-1-3
dikke, warme mantel mantel: mantel (Blerick), winterjas: winterjas (Blerick), wintermantel: winktermantel (Blerick) damesmantel, warme ~ [windvanger, kabang] [N 23 (1964)] III-1-3
dinsdag dinsdag: dinsdaag (Blerick, ... ), dinsdig (Blerick, ... ), ik koom densdig (Blerick) dag; dinsdag [N 07 (1961)] || de derde dag van de week, dinsdag [destag, dijsdag, dijnsdag, diessendag] [N 91 (1982)] || Dinsdag [ik kom ~] [SGV (1914)] III-4-4
dinsdag voor aswoensdag vastelavonddinsdag: Vastelaevenddinsdaag (Blerick), vastelavondsdinsdag: Vastelaavesdinsdaag (Blerick), vastelaovesdinsdaag (Blerick), vastenavonddinsdag: vastenaovenddinsdaag (Blerick), Vastenaovenddinsdaag (Blerick) De naam voor de dinsdag vóór aswoensdag [carnavalsdinsdag]. [N 88 (1982)] || naam voor de dinsdag voor Aswoensdag [VC 26 (1961)] III-3-2
directoire sjansboks: [Vgl. WBD III, 1.3: directoire, sjansboks]  sjansboks (Blerick) directoire, damesbroek met elastiek in de pijpezoom [sjans-, sjemieboks] [N 25 (1964)] III-1-3