e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

Gevonden: 5182
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopkapel doopkapel: duipkepel (Blerick) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopmutsje doopmutsje: doupmutske (Blerick) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
doopvont doopvont: daupvont (Blerick), doͅupfunt (Blerick), duipvont (Blerick) doopvont [RND], [SGV (1914)] || Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopwater wijwater: wiewater (Blerick) Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)] III-3-3
door een staand gewas lopen flodderen: floddere (Blerick) lopen: Door een staand gewas lopen (spolken). [N 84 (1981)] III-1-2
door elkaar, verward dooreen: doorein (Blerick), ongeregeld: ongeregeld (Blerick), verward: verward (Blerick) dooreen [SGV (1914)] || niet volgens vaste regels geschikt [ongeregeld, onverschillig] [N 91 (1982)] || op ongeregelde wijze dooreengemengd [verward, verstreuveld] [N 91 (1982)] III-4-4
door water het lopen met schoeisel aan baggeren: baggere (Blerick), dabben: dabben (Blerick), dabberen: dabbere (Blerick) lopen: met schoenen of klompen door het water lopen [daawele, dabbere, bettere] [N 10 (1961)] III-1-2
doordeweekse (werk)schort blauwe scholk: blauw geverfd linnen  blauwe scholk (Blerick), cotonnade (fr.) scholk: katenate scholk (Blerick), katenatescholk (Blerick) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] || zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)] III-1-3
doordeweekse kleren `s werkendaagse kleren: swerkendaagse kleijer (Blerick, ... ), swērkendaagse kleijer (Blerick) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
doordeweekse muts knipmuts: knipmuts (Blerick) muts, witte ~ zonder poffer voor door de week, voor oudere en minder gegoede vrouwen ook voor s zondags {afb} [N 25 (1964)] III-1-3