21160 |
spoorweg |
spoor:
spaor (L269p Blerick),
spoorrails (<eng.):
spaorrils (L269p Blerick),
spoorweg:
spaorwaeg (L269p Blerick)
|
een weg met rails waarover men wagens die mechanisch voortbewogen worden, laat lopen voor het vervoer van personen en goederen [spoorweg, route, ijzerenweg] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34483 |
sporen van de haan |
hanensporen:
hānǝspǭrǝ (L269p Blerick),
hǭnǝspǭrǝ (L269p Blerick)
|
Doornachtige hoornuitwas van de poten van de haan. [N 6, 3; L 7, 27b; monogr.]
I-12
|
19707 |
sport van een stoel |
sproot:
sprōͅt (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick)
|
ronde of vierkante latten, die soms de poten van een stoel aan de onderzijde verbinden [DC 19 (1951)]
III-2-1
|
20449 |
spotnaam voor hoge hoed |
kachelpijp:
kachelpiep (L269p Blerick)
|
hoed, hoge ~: spotbemaningen [tarpot, titsj, hekteliter, böömert, handskow, kachelpiep, sjtief] [N 25 (1964)]
III-2-2
|
19359 |
spotten |
spotten:
spotte(n) (L269p Blerick)
|
spotten [SGV (1914)]
III-1-4
|
24249 |
spreeuw |
spraan:
spraon (L269p Blerick),
sproan (L269p Blerick),
spreeuw:
spriew (L269p Blerick),
sprêêw (L269p Blerick),
sprêûw (L269p Blerick)
|
Hoe heet de spreeuw? [DC 06 (1938)] || spreeuw [SGV (1914)] || spreeuw (21,5 overal talrijke bekende soort; wel eens verward met merel [018]; in voorjaar paars glanzend-zwart en gele bek; rest van het jaar witgespikkeld bruin; altijd druk en in troepen; broedt in allerlei gaten; overal voorkomend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21352 |
spreken, praten |
praten:
praote (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick),
proate (L269p Blerick),
pròte (L269p Blerick),
próótə (L269p Blerick),
spreken:
spraike (L269p Blerick),
sprêke (L269p Blerick)
|
praten [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || spreken [SGV (1914)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
24994 |
sprenkelen |
sprinkelen:
sprinkele (L269p Blerick)
|
druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24609 |
springzaad |
balsemien:
idiosyncr.
balsemien (L269p Blerick)
|
Balsemien (impatiëns balsemina). De bovenste bladeren niet in kransen om de stengel. De stengel groeit rechtopstaand, meestal weinig vertakt en ongeveer 1/2 m hoog of lager. De bloemen zijn rood, wit of gevlekt, haast altijd …gevuld", alleenstaand of in g [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24382 |
sprinkhaan |
sprinkhaan:
sprinkhaan (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
sprinkhaan [DC 07 (1939)], [SGV (1914)]
III-4-2
|