e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blerick

Overzicht

Gevonden: 5182
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeds broeds: brø̄ts (Blerick) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12
broedse kip die men niet wil laten broeden kloekheks: klukhɛks (Blerick) [N 19, 43b] I-12
broeibak broeibak: breujbak (Blerick) [SGV (1914)] I-7
broeien broeien: brø̄jǝ (Blerick), kokend water over zijn body schudden: (het varken krijgt) kǭkǝnt wātǝr ø̄vǝr zin bǫdi gǝsxø̜t (Blerick) Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.] II-1
broek achterboksriem: axtǝrboksrēm (Blerick) De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.] I-10
broek, veren aan de poten veren: vaere (Blerick) veren aan de poten van een vogel (scherkes) [N 83 (1981)] III-4-1
broek: algemeen boks: boēks (Blerick), boks (Blerick, ... ), bôks (Blerick, ... ), dich lupst auk altiet mèt ein aafgezakde bōks (Blerick), dich löps altied met ein aafgezakte boks (Blerick), dich löps ouk altied met ein aafgezakde bôks (Blerick), hae heel zien boks op met eine laere reem (Blerick), hae heel zien boks op met eine reem van laer (Blerick), hae heel zien boks op met unne laere reem (Blerick), klepbroek bestaat niet meer  boks (Blerick) broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] || broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)] || Broek. (Moeder zei tegen kleine Kees:) Jij loopt ook altijd met een afgezakte broek! [DC 39 (1965)] || Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] || Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)] III-1-3
broekgesp boksenklamp: bókseklamp (Blerick) sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
broekkettingen kettings: kettings (Blerick) Kettingen waarmee de broek van het achterhaam aan de berries is vastgemaakt. [N 13, 79] I-10
broekland, moeras moeras: moeras (Blerick), zomp: zomp (Blerick), Opm. v.d. invuller: ø = oo heel kort. ps. of toch omspellen: [zomp]?  zŏmp (Blerick), ps. niet omgespeld (of toch omspellen volgens Frings: [zoomp?]).  zoŏmp (Blerick) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4