e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blerick

Overzicht

Gevonden: 5182
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buizerd buizerd: buizerd (Blerick), buizert (Blerick) buizerd || buizerd (54 grote, plompe, slome vogel; brede vleugels en korte staart; vaak op paaltjes in weilanden; vaak te zien; broedt zeldzaam in bossen [N 09 (1961)] III-4-1
bulderen van de storm bulderen: buldere (Blerick) een sterk rommelend of dreunend geluid geven, gezegd van bijv. een storm of een kanon [rullen, bulderen, burrelen] [N 91 (1982)] III-4-4
bundel groenten bos: (prei)  boes (Blerick) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] III-2-3
bundel zangen bos: bus (Blerick) Samengebonden bundeltjes geraapte halmen. [N 15, 37; JG 2c; monogr.] I-4
bundel, bussel bundel: bundel (Blerick) bundel [SGV (1914)] III-4-4
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) bunder: boonder (Blerick), hectare: hektaar (Blerick) bunder [SGV (1914)] || de maat die een oppervlakte aangeeft van 10.000 vierkante meter [bunder, hond, hectare] [N 91 (1982)] III-4-4
bunzing bunzing: bunzing (Blerick), ulk: ilk (Blerick), illik (Blerick) bunzing [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] III-4-2
buren (ww.?) buur: d’n buur (Blerick), naaste buur: naaste buur (Blerick), naburen: naobere (Blerick) buurman zijn van iemand [noberen, geburen] [N 90 (1982)] III-3-1
burenovertrek intocht houden: inteug halde (Blerick) Het gebruik dat bij een verhuizing het gezin op versierde wagens naar de nieuwe woning gebracht werd. [N 88 (1982)] III-3-2
burgemeester burgemeester: burgemeister (Blerick, ... ), börgemeister (Blerick), burger: d’n burger (Blerick) het wettelijk hoofd/de vertegenwoordiger van een gemeente [burgemeester, burger, burgmeester] [N 90 (1982)] III-3-1