e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blerick

Overzicht

Gevonden: 5182
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
castreren castreren: kastrērǝ (Blerick), knijpen: knīpǝ (Blerick), lubben: lupǝ (Blerick), snijden: snii̯ǝ (Blerick, ... ) Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11, I-9
cel cel: cel (Blerick) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6
cement cement: sǝmęnt (Blerick) Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.] II-9
cement-kalkmortel kalkspijs: kalǝkspīs (Blerick) Mortel bestaande uit cement, kalk en zand. [N 30, 37d] II-9
cementmortel cementspijs: sǝmęnt[spijs] (Blerick) Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.] II-9
cent cent: cent (Blerick) cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)] III-3-1
centiare, maat van 1 m2 vierkante meter: veerkante meater (Blerick) de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)] III-4-4
cervelaatworst droogworst: drūūgwors (Blerick), drŭŭgwors (Blerick), drûûgworsz (Blerick), gerookte worst, bestaande uit rood vlees en stukjes vet  drûûgwors (Blerick), veur op het broëd  druugwors (Blerick) droogworst [N 06 (1960)] III-2-3
chagrijn chagrijn: chagrin (Blerick) chagrijn [SGV (1914)] III-1-4
champignon champignon: idiosyncr.  sjampijons (Blerick) Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)] III-4-3