e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blitterswijck

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krekel krekel: krekel (Blitterswijck) krekel III-4-2
krentenbrood krentenweg: krēntəwɛx (Blitterswijck), krinte-weg (Blitterswijck), plats: plats (Blitterswijck), pruimpjesweg: prymkəswɛx (Blitterswijck) krentenbrood [SGV (1914)] || krentenmik || platrond wittebrood met krenten en succade, of met kandijsuiker al of niet met succade III-2-3
kreunen kermen: ker-me (Blitterswijck) kreunen [SGV (1914)] III-1-4
krielkip krielhen: krilhɛn (Blitterswijck) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijgen krijgen: krie-ge (Blitterswijck) krijgen [SGV (1914)] III-3-1
krom, met bochten krom: krŏŏmp (Blitterswijck) krom [SGV (1914)] III-4-4
krommen krommen: de weg kromt (Blitterswijck), zich draaien: de weg drejt zich (Blitterswijck) krommen [SGV (1914)] III-4-4
krommen, ombuigen ombuigen: umbeuege (Blitterswijck) ombuigen [SGV (1914)] III-1-2
kruid (alg.) kruid: krüd (Blitterswijck) kruid, plant III-4-3
kruidnagel kruidnagel: kruud-nê-gel (Blitterswijck) kruidnagel [SGV (1914)] III-2-3