23398 |
calvarieberg op het kerkhof |
kruisgroep:
krusgroep (L215p Blitterswijck)
|
De beeldengroep op het kerkhof, bestaande uit Jezus aan het kruis en aan weerskanten daarvan Maria en Johannes [Calvariegroep, kruisgroep, Calvarieberg?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24604 |
canadapopulier |
canada:
kanada (L215p Blitterswijck)
|
kanadase, canadese populier
III-4-3
|
21307 |
cavalier |
jong:
jong (L215p Blitterswijck),
vrijer:
vrejer (L215p Blitterswijck)
|
Cavelier [SGV (1914)]
III-3-1
|
28448 |
cel |
cel:
cel (L215p Blitterswijck)
|
Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56]
II-6
|
20837 |
cervelaatworst |
knuppelworst:
knøpəlwoͅrst (L215p Blitterswijck)
|
droogworst
III-2-3
|
18824 |
chagrijn |
chagrijn:
sachrien (L215p Blitterswijck)
|
chagrijn [SGV (1914)]
III-1-4
|
20545 |
cichorei |
suikerij:
soekerei (L215p Blitterswijck),
sukəreͅi̯ (L215p Blitterswijck)
|
cichorei [SGV (1914)] || peekoffie
III-2-3
|
25000 |
cirkel, kring |
kring:
krink (L215p Blitterswijck, ...
L215p Blitterswijck)
|
cirkel [SGV (1914)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|
19823 |
commode, ladenkast |
commode:
komuət (L215p Blitterswijck),
koͅmou̯ət (L215p Blitterswijck)
|
commode [SGV (1914)]
III-2-1
|
23418 |
communiebank |
communiebank:
communiebank (L215p Blitterswijck)
|
De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|