e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blitterswijck

Overzicht

Gevonden: 2572
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gluiperig gluiperig: gluperig (Blitterswijck) gluiperig III-1-4
godslamp godslamp: godslamp (Blitterswijck) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
goede kamer, ontvangkamer beste kamer: bēͅstə kāmər (Blitterswijck) goeie kamer, alleen gebruikt met de kermis en feestelijke gelegenheden III-2-1
goedkoop goedkoop: goejeko-ap (Blitterswijck) goedkoop [SGV (1914)] III-3-1
goedzak godsblok: En godsblok (Blitterswijck), leuris: leuris (Blitterswijck), zak: enne zak van enne kèl (Blitterswijck), zoutzak: enne zoatzak (Blitterswijck) een goedige sul || goedzak [SGV (1914)] || lobbes, goedbloed III-1-4
gooien gooien: goaje (Blitterswijck), smijten: smiete (Blitterswijck) werpen [SGV (1914)] III-1-2
gootsteen gootsteen: goͅtstiən (Blitterswijck), pompsteen: pōmpstiən (Blitterswijck), spoelsteen: spylstiən (Blitterswijck) gootsteen III-2-1
goudsbloem goudsbloem: gōldsbloem (Blitterswijck) Goudsbloem (calendula officinalis). Grote oranjekleurige bloemen. Bijna alle vruchten zijn sikkelvormig gekromd. Gekweekt, ook in blekere kleuren en vaak verwilderd. Bloeitijd van mei tot november (gauwbloem, goudbloem, dodbloem). III-2-1
graaf graaf: graaf (Blitterswijck) graaf [titel] [SGV (1914)] III-3-1
graan stapelen in de schuur bermen: bɛrǝmǝ (Blitterswijck) Wanneer men met de oogstkar bij de boerderij is aangekomen, worden de schoven in de schuur opgetast, in afwachting van het dorsen. Dit gebeurt in een ruimte naast de dorsvloer, het schuurvak, of, bij plaatstekort, op een tijdelijk geconstrueerde schelf boven de dorsvloer. Zie hiervoor aflevering I.6 over Bedrijfsruimten van de boerderij. Zie ook het lemma ''korenmijt'' (5.1.18). In dit lemma staan de opgaven voor het tassen van de schoven bijeen. [N 5A, 69c; N 15, 46; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4