26734 |
heizode |
heiplag:
hęi̯plax (L215p Blitterswijck)
|
Afgestoken stuk hei. [N 14, 77b; N 14, 77c; N 27, 39h; N 27, 39g; N 18, add.; N 11, add.; S 46; A 39, 15a; A 39, 15b; R 3, 98; L 8, 123; L B2, 274; AGV, k6; monogr.]
I-8
|
33725 |
hek |
hekken:
hękǝ (L215p Blitterswijck)
|
Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.]
I-8
|
33726 |
hek aan de ingang van een wei |
hekken:
hɛkǝ (L215p Blitterswijck),
klapveken:
klapvē̜kǝ (L215p Blitterswijck),
varen:
vǭrǝ (L215p Blitterswijck)
|
In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.]
I-8
|
19461 |
hek, hekwerk |
hekken:
hèkke (L215p Blitterswijck)
|
hek [SGV (1914)]
III-2-1
|
29323 |
hekel |
hekel:
hękǝl (L215p Blitterswijck),
hekelkam:
hękǝlkām (L215p Blitterswijck)
|
Plank met rechtop staande pinnen waar het vlas doorheen wordt getrokken. [L 1, a-m; L 26, 30; monogr.]
I-5
|
25061 |
helemaal, geheel en al |
gaar:
(bijw.).
gaar (L215p Blitterswijck),
gans:
ps. JK nakijken (begrip: met gans erbij?).
gāns (L215p Blitterswijck),
heel en gans:
hieël en gans (L215p Blitterswijck),
helegaar:
hieëlegar (L215p Blitterswijck),
ram:
t Is ram fout, wat ge gemákt het: het is helemaal fout, wat je gemaakt hebt.
ram (L215p Blitterswijck),
rats:
Rats scheif: helemaal scheef.
rats (L215p Blitterswijck),
schon:
t Ete is schon óp gegÅØn: het eten is helemaal opgegaan.
schon (L215p Blitterswijck)
|
helemaal, geheel en al
III-4-4
|
24911 |
helling, talud |
afhang:
áfhang (L215p Blitterswijck)
|
helling, talud
III-4-4
|
18998 |
helpen |
helpen:
hēlpe (L215p Blitterswijck)
|
helpen
III-1-4
|
19915 |
hemel |
hemel:
he-mel (L215p Blitterswijck),
he.məl (L215p Blitterswijck)
|
hemel [RND], [SGV (1914)]
III-3-3
|
19511 |
hengsel |
hengel:
hin-gel (L215p Blitterswijck)
|
hengsel [SGV (1914)]
III-2-1
|