e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getob; tobben gemartel: ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel  gemartel (Bocholt) gemartel [ZND 01 (1922)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwd wijf: gətróówt wêêf (Bocholt) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuige getuige: getuuge (Bocholt) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] III-2-2
getuige zijn getuige zijn: getuuge zeen (Bocholt) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 115 (2003)] III-2-2
getuigen getuigen: gəty(3)̄gən (Bocholt), tuigen: tuigen (Bocholt) getuigen [ZND 24 (1937)], [ZND m] III-3-1
getuigrek kapstok: kapstǫk (Bocholt) Het zwaardere paardetuig wordt meestal opgehangen aan de muur aan een rek, zware stokken, haken, knuppels, balkjes etc. Het kan ook op een plank gelegd worden. De benamingen geven vaak aan om welke mogelijkheid het gaat. Benamingen die naar een kast of kist verwijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigkast" (2.3.7). Zie ook dat lemma. [N 5A, 59e; add. uit N 13, 81] I-6
gevaarlijk gevaarlijk: met veur spulen is gevaorlek (Bocholt, ... ), met veur spulen is gevoarlik (Bocholt) Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevaarlijke kerel gevaarlijk: det is einde gevaorleke kèrel (Bocholt), dèt is eine gevoarlike kèrel (Bocholt) Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevallen engelen gevallen engelen: gevalle ingele (Bocholt) De gevallen engelen. [N 96D (1989)] III-3-3
gevangenis prison (<fr.): Van Dale: prison (&lt;Fr.), (gew.) gevangenis.  preson (Bocholt), prəsoŋ (Bocholt) gevangenis [ZND 24 (1937)], [ZND m] III-3-1