e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoekschop corner (eng.): `kornər (Bocholt), korn`er (Bocholt) Hoekschop bij voetbal. || Hoekschop. [DC 49 (1974)] III-3-2
hoepel reep: ein reèp (Bocholt) Een hoepel (ijzeren of houten ring die door de kinderen voortgedreven wordt). [ZND 27 (1938)] III-3-2
hoepelen repen: /  reipe (Bocholt), vertikaal streepje op de tweede e  reepe (Bocholt), Vgl. rei:p: velg van fiets.  reipe (Bocholt) / [SND (2006)] || Hoe heet: met zon ring [hoepel] spelen? [ZND 27 (1938)] || Kinderspel met fietsvelg. III-3-2
hoepelrok hoepelrok: hoepelrok (Bocholt), repenrok: reipəroͅk (Bocholt) hoepelrok [reekerok] [N 24 (1964)] || Welke soorten kent U? Beschrijf hoe ze er uit zien (klokrok of geerrok, plooirok, hoepelrok etc.?)? [N 62 (1973)] III-1-3
hoepels van de huifkar repen: rē̜i̯pǝ (Bocholt) Houten hoepels waarover de huif gespannen werd. De hoepels werden in krammen tegen de zijplanken bevestigd. Meestal waren er vijf, waarvan de voorste naar voren helde. [N 17, 74 + 99] I-13
hoeveelheid hooi die men opsteekt riek: rēk (Bocholt) De hoeveelheid hooi die de opsteker in één keer met z''n gaffel aangeeft aan de optasser. Zie voor het vocalisme van het woordtype riek de opmerking in de semantische toelichting bij het lemma ''houten schudgaffel'' en bij het lemma ''hooihark''.' [N 14, 118; A 34, 5a] I-3
hoge herenschoen hoge schoen: hūXšoon (Bocholt), vaarschoen: [cf. hoge waterdichte schoen]  vāršoon (Bocholt) herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] III-1-3
hoge hoed buis: bøͅys(kə) (Bocholt) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-1-3
hoge pet met opstaand bovenstuk hoge kepie: hugə kəpī (Bocholt) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het hoge model {afb} [hoge zeje] [N 25 (1964)] III-1-3
hoge rijgschoen bottine: boͅtīnə (Bocholt) rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)] III-1-3