e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inkopen gaan doen op de markt markten: ps. omgespeld volgens Frings.  meͅrtə (Bocholt), meͅrətə (Bocholt) inkopen gaan doen op de markt [markten, merten?] [N 21 (1963)] III-3-1
inkt inkt: det is blaauwe ink (Bocholt), det is blauwe ink (Bocholt, ... ), dèt is blauwen ink (Bocholt), dèt is blâwen ink (Bocholt) Blauwe inkt. [ZND 36 (1941)] III-3-1
inkuilen begraven: bǝgrā.vǝn (Bocholt), in de kuil doen: en dǝ kul dōn (Bocholt) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5
inleggen (in een voor) poten: [poten] (Bocholt) Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
inmaakpot bonenpot: būnəpoͅt (Bocholt), moespot: mōspoͅt (Bocholt) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
inmijner? (wbd) strooien man: ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a (van "man") staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  strūjə man (Bocholt) Heeft men voor de persoon bedoeld in de vorige vraag nog een bepaalde naam? [N 21 (1963)] III-3-1
innemen inpakken: enpakǝ (Bocholt) Door het innaaien van zomen of plooien het kledingstuk nauwer maken. [N 62, 23a; MW] II-7
inrichting om de onderoven te verwarmen open driepikkel: ōpǝ drīpekǝl (Bocholt) Gevraagd is in N 29, 5b naar "de driepikkel met rooster waarop het houtskool wordt gelegd om de onderoven te verwarmen", Daarom komen er ook "rooster"-opgaven voor. Wat het woordtype "douche" betreft moeten wij misschien denken aan een betekenis "warmwaterketel" (zie wbd ii afl. 1 blz. 75). [N 29, 5b] II-1
inschenken inschudden: sjöd nog mè ins in, want het waas hiêl lekker  insjödde (Bocholt) inschenken III-2-3
inschieten inschieten: enšētǝ (Bocholt), enšētǝn (Bocholt) Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d] II-1