34154 |
niet drachtig |
leeg:
lē̜x (L317p Bocholt)
|
[JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.]
I-11
|
33447 |
niet gehalveerde poortvleugel |
slag:
slāx (L317p Bocholt)
|
Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.]
I-6
|
21654 |
niet gunnen |
inhouden:
ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a (van "ha?v\\") staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?
engəhau̯(ə)və (L317p Bocholt),
intrekken:
ps. omgespeld volgens Frings.
engətroͅkə (L317p Bocholt)
|
ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18921 |
nietsnut |
luizenkloot:
Ich verstoan neet, detter zich möt zuu eine lûzekluut wiltsj ophauwe
lûzekluut (L317p Bocholt),
luizenkramer:
Letterlijk
lûzekriêmer (L317p Bocholt)
|
(marktkramer) van niks || vent van niks
III-1-4
|
22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
noejaor (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt)
|
1 januari, de eerste dag van het nieuwe jaar [ni-jjaor]. [N 96C (1989)] || Nieuwjaar.
III-3-2
|
22616 |
nieuwjaar wensen |
nieuwjaar wensen:
noejaorwinse (L317p Bocholt)
|
Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
19010 |
nieuwsgierig |
nieuwsgierig:
nûwsjiêrig (L317p Bocholt)
|
nieuwsgierig
III-1-4
|
17724 |
nieuwsgierig kijken |
lonken:
lōŋkə (L317p Bocholt)
|
kijken: nieuwsgierig kijken [blieke, spitsmoele] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19177 |
nieuwsgierigaard |
nieuwsgierige naas:
ein nûwsjiêrige naas (L317p Bocholt)
|
een nieuwsgierig iemand
III-1-4
|
18020 |
niezen |
niesten:
nēstən (L317p Bocholt)
|
niezen [ZND m]
III-1-2
|