e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onkuisaard smeerlap: smierlap (Bocholt) Onkuisaard, viezerik op sexueel gebied [smeerlap, vieze beest, vieze fannie]. [N 96D (1989)] III-3-3
onkuisheid beesterij: bieësterie (Bocholt) Onkuisheid, onzuiverheid, ontuchtigheid [beesterij, zwijnerij]. [N 96D (1989)] III-3-3
onnozel persoon halve: och, loat hem maar gewère: ¯t is toch mè einen ermen halfe Woord verwand aan halfer (huurboer), (h) alfe: onwijze  halfe (Bocholt), heiknijper: fig.  heikni-jper (Bocholt), onnozele hals: verwant met halfe  ònniêzelen hals (Bocholt), sukkel: Oppe sigkel zeen: op de dool zijn, of blijvende tegenslag hebben Aan het sigkele zeen: inzake gezondheid  sigkel (Bocholt), sukkelkont: Samenst.  sigkelkònt (Bocholt), zebedeus: sebedeijes (Bocholt), sibbedeijes (Bocholt), zubbedeijes (Bocholt), zebedeusje: syn. flepke, hauve gare  sibbedeike (Bocholt) een overdreven bedeesd, vaak scrupuleus wezen || halfgare sukkel, licht debiel persoon || heikneuter (heidebewoner, of domme pummel) || onnozele hals || sukkel III-1-4
onnozele-kinderendag onnozele-kinderen: onnuuzele kinjer (Bocholt) 28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] III-3-2
onregelmatig dorsen geen slaghouden: ge̜i̯nǝ [slaghouden] (Bocholt) Nu eens hard en dan weer zacht slaan. In de vraag was de suggestie opgenomen: "kalfkes maken; met een kuuske en een kalfke dorsen". Voor de fonetische documentatie van de uitdrukking slaghouden, zie het lemma ''maat houden bij het dorsen'' (6.1.3). [N 14, 14a] I-4
onrijp rauw: ruîw (Bocholt) onrijp III-2-3
onstuimige lucht wilde lucht: wel’ loͅxt (Bocholt), een wil? lucht.  ən welə loͅxt (Bocholt) onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)] III-4-4
ontbijt morgenbrood: mø͂ͅrgənbruət (Bocholt) de eerste maaltijd van de dag [ZND 40 (1942)] III-2-3
ontbijtkoek, peperkoek peperkoek: peͅi̯.pərko:k (Bocholt), peͅi̯:pərko:k (Bocholt), pèperkook (Bocholt), Det gòng (of ging) er in wi-j pèperkook: dat smaakt blijkbaar uitstekend  pèperkook (Bocholt) peperkoek [N 29 (1967)], [ZND 40 (1942)] III-2-3
onthoudingsdag vastendag: vastendaag (Bocholt) Een onthoudingsdag: dag waarop men geen vlees, spek en jus uit vlees mag gebruiken. [N 96D (1989)] III-3-3