e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

Gevonden: 5095
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
betten van een wonde baden: baaien (Bocholt) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
beugelbaan beugelbaan: buug`lbaan (Bocholt) Beugelbaan. III-3-2
beugelen beugelen: buug`le (Bocholt, ... ) Beugelen. || het balspel waarbij een bal door een ijzeren ring, beugel geslagen moet worden [beugelen, klossen, kolven] [N 112 (2006)] III-3-2
beugelring beugel: buug`l (Bocholt) de ijzeren ring van de beugelbaan [beugel, poort, ring] [N 112 (2006)] III-3-2
beugeltas beugelmaal: büügəlmāl (Bocholt) tas, sierlijke ~ met beugel die men s zondags op de overrok draagt [beugeltes] [N 24 (1964)] III-1-3
beuk beuk: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  bøk (Bocholt), beukenboom: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  beukeboum (Bocholt) beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
beurs, overrijp murw: murw (Bocholt), te murg: te murg (Bocholt) beurs [ZND 01 (1922)] || overrijp, murw [ZND 31 (1939)] III-2-3
bevallen een kleine kopen: eine kleine koupe (Bocholt), een kleine krijgen: eine kleine krie:ge (Bocholt) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 115 (2003)] III-2-2
bevend schudden met de huid (zich) schudden: sxø̜dǝ (Bocholt), rij(e)ren: rii̯ǝrǝ (Bocholt) Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68] I-9
bevruchten treden: trē̜i.ǝ (Bocholt) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12