e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poken keuteren: kiêtere (Bocholt, ... ), oprakelen: oproakele (Bocholt, ... ), peuteren: peuteren (Bocholt), rakelen: raokelen (Bocholt), roakele (Bocholt) in de kachel poken [ZND 40 (1942)] || keuteren || oppoken || oppoken b.v. vuur || poken bijv. in vuur || vuur oppoken III-2-1
politieagent politie (<lat.): eine poliessie (Bocholt) Hoe heet &lt;&lt; een politieagent &gt;&gt; ? [ZND 40 (1942)] III-3-1
pollepel potlepel: poͅtli(ə)pəl (Bocholt), poͅtlipəl (Bocholt), Mân, dèè kèrel hauw han es polliêpel(s) zuu gruut  pötliêpel (Bocholt), soeplepel: soͅplipəl (Bocholt) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || pollepel III-2-1
pols pols: pols (Bocholt), poͅls (Bocholt) Een pols: plaats boven het handgewricht [N 106 (2001)] || pols [N 10b (1961)] III-1-1
polsmof mof: mof (Bocholt, ... ), moffe (Bocholt), o tussen o en oo  mof (Bocholt) een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)] || polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)] III-1-3
pommelee, appelschimmel (een paard met) hamerslag: hā.mǝrslā.x (Bocholt), (een) geplekte: gǝplɛkdǝ (Bocholt), pommelee: pǫmǝlē (Bocholt) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9
pompen, vermaken veranderen: vǝrandǝrǝ (Bocholt) Vermaken van kleding. Aangeven van aan te brengen veranderingen in verband met niet goed passen (Meima I, pag. 6). [N 59, 190a; N 62, 21b; MW] II-7
pompoen pronkappel: mooi geblonken appel, waarmee men "brònke" kon.  brònkappel (Bocholt) pronkappel I-7
pompon van een muts flochetje (<fr.): floͅš(kə) (Bocholt) pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] III-1-3
ponder ponder: om te wegen (lichte voorwerpen)  pønər (Bocholt), voor lichte lasten  pøngər (Bocholt) Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)] III-3-1