e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ringbaard ringbaard: reŋbārt (Bocholt), ringbaardje: rinkbaeërtje (Bocholt) ringbaard [N 10b (1961)] || Ringbaard: korte baard die als ring om het gezicht loopt [N 106 (2001)] III-1-1
ringen ringen: reŋǝ (Bocholt) Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.] I-12
ringen, randen verwijderen van peulvruchten schalen liezen: šā.lə lēzə (Bocholt), vijzen: vèze (Bocholt) [Goossens 1b (1960)]vezen peulen ontdraden I-7
ringvinger ringvinger: rinkving`r (Bocholt) Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, pillepoort). [N 106 (2001)] III-1-1
ringworm omloop: omloup (Bocholt) Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, wiel/rad, ring(el)worm). [N 107 (2001)] III-1-2
rinkelen met de altaarbel bellen: bellen (Bocholt) Met deze bel rinkelen, bellen, schellen. [N 96B (1989)] III-3-3
rins amper: Oppen door waas buter amper gewure Het A.N. amper is benoa, kriê, bekans  amper (Bocholt), garstig: garstig (spek) (Bocholt), ranzig: eine ranzige smaak (Bocholt), sterk: sterk (voor boter) (Bocholt) Een rinse smaak (zuurzoet, gelijk sommige suikerbonbons). [ZND 41 (1943)] || zuur, scherp van smaak III-2-3
riool schoor: ein sehoor (Bocholt) De dikke buizen onder de grond [ZND 24 (1937)] III-3-1
rips rips: reps (Bocholt) Dichtgeweven, geribde stof, oorspronkelijk van katoen maar later ook van andere stof. [N 62, 79b; MW; monogr.] II-7
ritssluiting rits: rets (Bocholt), rits (Bocholt) Hoe noemt U een ritssluiting? [N 62 (1973)] || Treksluiting, sluitmiddel voor kleppen van kledingstukken, tassen en dergelijke, bestaande uit twee stroken met metalen klauwtjes die door een verschuifbaar plaatje in elkaar gehaakt worden (Van Dale, pag. 2417). [N 62, 63; MW] II-7, III-1-3