e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rundvleessoep rundssoep: Syst. Frings  rønssoͅp (Bocholt) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
rups rups: roeps (Bocholt), ròps (Bocholt) rups rups [DC 46 (1971)] || rups, vlinderlarve III-4-2
rups (kermis) rups: rups (Bocholt) Draaimolen met banken. III-3-2
rustaltaar rustaltaar: rustaltaor (Bocholt) Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
ruw geul: mien han zeen geul (Bocholt), kapot: mien han zeen kapot (Bocholt), schraal: de hôêd woeurd sjraol (Bocholt), sjrool (Bocholt) hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)] III-1-2
ruw worden schraal worden: de hôêd wûrd sjraol (Bocholt) hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)] III-1-2
ruw, hard ruw: det is eine reuwe kèrel (Bocholt), det is ene roewe kèrel (Bocholt) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] III-3-1
ruïneren vernielen: verneelen (Bocholt), vernielen (Bocholt), verruneren (<fr.): verieneweiren (Bocholt) woord dat van het Frans ruiner komt (renuweren, verreneweren): uitspraak en betekenis [ZND 41 (1943)] III-3-1
sabbelen sabberen: zabərə (Bocholt) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacramentsdag sacramentsdag: sakkrementsdaag (Bocholt) Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)] III-3-3