e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snotteren snotteren: snoeëtre (Bocholt), snuffen: snòffe (Bocholt), snuiten: snutte (Bocholt) Snotteren: herhaaldelijk en hoorbaar de neus ophalen om deze vrij te maken van neusvocht (snotteren, snutten, snoeven). [N 107 (2001)] III-1-2
snuiftabak snuif: snûf (Bocholt, ... ) fijngemalen tabak || snuif III-2-3
snuit snuit: lang snôêt (Bocholt, ... ), snu(ə)t (Bocholt), snūt (Bocholt), snű̄t (Bocholt) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]een lange neus [ZND 39 (1942)] || neus: spotbenamingen [snoet, snotkoker, fok, fokker, kokker, domphoren, gevel, foemp] [N 10 (1961)] || Zie afbeelding 2.6. [JG 1a, 1b] I-12, I-9, III-1-1
snuit van de wagen snuit: snuǝt (Bocholt), snūt (Bocholt) De voorkant van de twee balken die samen de vork vormen, waartussen de dissel is bevestigd. [N 17, 44c; N G, 70g; JG 1d] I-13
snurken snurken: snørkə (Bocholt) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
soep sop: In het kuukbook stònge de resepte van versjillige soppe  sop (Bocholt), Syst. Frings  soͅp (Bocholt) soep || Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
soep van ingewanden vleessoep: Syst. Frings  vlɛ̄i̯ssoͅp (Bocholt) Soep van ingewanden, hart, nieren e.d. (tripsoep?) [N 16 (1962)] III-2-3
soepketel, waterketel marmiet: marmet (Bocholt), vr. meestal gebruikt voor het wassen van kledingstukken  marmet (Bocholt) berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
soepketeltje bidon: pərdōͅn (Bocholt) keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)] III-2-1
soepterrine soepterrine: soͅptrin (Bocholt), een diepe schaal waarin men de soep opdient  soptri-jn (Bocholt), vr.  soͅptəren (Bocholt) soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1