e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taaie pannenkoek leren lap: Syst. Frings  lēͅrə lap (Bocholt), leren thijs: lèren ti-js (Bocholt) een taaie pannekoek b.v. gebakken zonder gist || Taaie pannekoek, zonder gist gebakken (leere ties, leere maria?) [N 16 (1962)] III-2-3
taaien kapot lopen: k`pot loupe (Bocholt) ijs stuk maken door er steeds overheen te lopen [taaien] [N 112 (2006)] III-3-2
taart gteau (fr.): Syst. Frings  gatō (Bocholt) Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
tabak toebak: Det is mich nog gein pi-jp tûbik wèèrd: het is me niets waard  tûbik (Bocholt), Det is straffen tûbek: dat is nogal kras  tûbek (Bocholt) tabak III-2-3
tabakspruim rolletje: rolke (Bocholt), In grootvaders tijd  rölke (Bocholt), sjiek: Fr. chique  sjiek (Bocholt) een propje pruimtabak || prop pruimtabak III-2-3
tabernakel tabernakel (<lat.): tabbernakel (Bocholt) Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)] III-3-3
tafel tafel: taofəl (Bocholt), tōͅfəl (Bocholt), Wèè binne het joar eine toafelpuut tösse dew bein hèèt, is ofwaal getruidsj, ofwaal wevenèèr Ein gooj toafel: waar goed gegeten wordt Eme(s) ònder de toafel drinke  toafel (Bocholt) de tafel afvagen [ZND 32 (1939)] || tafel [ZND 49 (1958)] III-2-1
tafelgebed beden voor en na het eten: beije vuur en noa et eite (Bocholt) Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)] III-3-3
tafelmes tafelmes: tōͅfəlmɛs (Bocholt), to͂ͅ(ə)fəlmɛs (Bocholt) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tafelpoot poot van een tafel: pūt ˃van ən tōͅfəl (Bocholt), tafelpoot: tōͅfəlpūt (Bocholt) tafelpoot [DC 49 (1974)] III-2-1