e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vleug schoor: šǭr (Bocholt) De richting waarin vezels of draden van een weefsel liggen. [N 59, 40a; N 62, 72; MW] II-7
vleugel vleugel: vliêgel (Bocholt), wiek: week (Bocholt) vleugel ve vogel || vleugel, wiek III-4-1
vleugels in de wanmolen vleugels: vlȳ.gǝls (Bocholt) De schuingeplaatste plankjes die op een as zijn gemonteerd die wordt aangedreven, waardoor er een windstroom ontstaat, in de wanmolen. [N 14, 45b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
vliegennet vliegenkleed: vlē.gǝklęi̯.t (Bocholt), vliegennet: vlēgǝnęt (Bocholt) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10
vlieger draak: draa:k (Bocholt), /  draa:k (Bocholt) / [SND (2006)] || Vlieger. III-3-2
vliegtuig vlieger: vleeg`r (Bocholt), vliegmachine: vleegm`sjien (Bocholt) vliegtuig III-3-1
vlier klatspijperhout: gecombineerd met ZND 8 055, idem  klatspiperhout (Bocholt), vlier: gecombineerd met ZND 8 055, idem  flier (Bocholt), vlierenboom: gecombineerd met ZND 8 055, idem  fliereboeəm (Bocholt) vlierboom (sambucus nigra) [ZND 15 (1930)] III-4-3
vlierbes vlier: flèèr (Bocholt) vlierbes III-4-3
vlinder snuffel: snuffel (Bocholt, ... ), snŭffel (Bocholt), snyfəl (Bocholt), venijn: nachtvlinder  frənien (Bocholt), vlinder: vlendər (Bocholt), vlinder (Bocholt) vlinder [GV Gr (1935)], [ZND 16 (1934)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlinderdasje strikje: strikske (Bocholt) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3