e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vol zol: zǫl (Bocholt) Een vol is de strook grond die men bij de manier van eggen als bedoeld in het vorige lemma, op de heen- of terugweg onbewerkt laat, om hem na de volgende draai "vol" te eggen; zie afb. 74 t/m 76. Benamingen voor deze strook liggen - veelal in de meervoudsvorm - ook besloten in de termen van het vorige lemma. De enkele vol is smaller dan de normale egbaan en gewoonlijk niet breder dan de helft daarvan. De term vol wordt soms ook wel gebruikt voor de egbaan, het door de eg getrokken spoor. Daarop zijn ook de termen aan het einde van het lemma van toepassing. Ze worden gevolgd door enige termen die betrekking hebben op de in een egbaan te onderscheiden sporen van de egtanden. [N 11A, 174 + 175; JG 1b add.; div.; monogr.] I-2
vol-au-vent vol-au-vent: Syst. Frings  vūlava͂ (Bocholt) Pastei van bladerdeeg, vol au vent (vollevang?) [N 16 (1962)] III-2-3
volant volant: volaŋ (Bocholt), volant (fr.): volang (Bocholt) Een strook op een japon die maar aan één kant vastzit. Het volant-effect is een decoratieve afwerking waarbij gebruik wordt gemaakt van de rekbaarheid van de gebreide stof. Het klokkende effect wordt verkregen door de stof op te rekken tijdens het stikken (Het Beste Naaiboek, pag. 314). [N 62, 42b; N 62, 42a; MW; monogr.] || Hoe noemt U: een strook op een japon die maar aan één kant vastzit (volant?)? [N 62 (1973)] II-7, III-1-3
volk (mensen) volk: foe.ḷk (Bocholt) volk [RND] III-3-1
volk (natie) volk: voͅuk (Bocholt) volk [ZND m] III-3-1
volkswijsheid boerenverstand: borenverstand (Bocholt), boerenwijsheid: boeren wijsheid  borenwīēsheid (Bocholt), spreekwoord: spraekwoerd (Bocholt), spreuk: spreuk (Bocholt) Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "morgenstond heeft goud in de mond"? [volkswijsheid] [N 102 (1998)] III-3-1
volkszang volkszang: volkszang (Bocholt) Volkszang, samenzang van de gelovigen. [N 96B (1989)] III-3-3
volle aflaat volle aflaat: volle aafloat (Bocholt) Een volle aflaat. [N 96B (1989)] III-3-3
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: bēr (Bocholt), bīr (Bocholt), bīǝr (Bocholt) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
volwassen, volgroeid oud en wijs: awt en wieës (Bocholt) volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwas-sen, volslagen] [N 115 (2003)] III-2-2