e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vonk vonk: mv. vunk  voŋk (Bocholt, ... ) vonk, geinster [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-2-1
voogd momber: mommer (Bocholt), moommer (Bocholt), momber  mòmmer (Bocholt), voogd: vuugd (Bocholt) voogd || voogd (over minderjarige kinderen) [ZND 08 (1925)] III-2-2
voor de gek houden bedoppen: een verbastering van bedotten  bedòppe (Bocholt), begoochelen: mar.: zie WNT s.v. "goochelen - gookelen"; cf. s.v. "begoochelen"(met bijvormen) 2. bedriegen, voor de gek houden  bekòkkele (Bocholt), kloten: ki-jk mè hiêl good in: of de weers ferm gekluutsj  klute (Bocholt) foppen || foppen, beetnemen III-1-4
voorbidden voorbeden: veurbaeje (Bocholt) Voorbidden. [N 96B (1989)] III-3-3
voorgeborchte voorgeborchte: vuurgeborgte (Bocholt) Het voorgeborchte van de hel [vörgebörchte]. [N 96D (1989)] III-3-3
voorgeborchte van de biechtstoel biechtstoelbankje: beechtstoolbenkske (Bocholt) Dat gedeelte van de biechtstoel, waar de biechteling neerknielt [voorgeborchte?]. [N 96A (1989)] III-3-3
voorhoofd kop: de aren van ziene kop (Bocholt), de ø͂ͅrə van zine kop (Bocholt) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] III-1-1
voorklauw voorklauw: vȳrklaw (Bocholt) Het voorste deel van de hoef. [N 3A, 119b] I-11
voorknie knie: knī (Bocholt), voorknie: vø̄rkni (Bocholt) Knie van een voorbeen. Zie afbeelding 2.22. [JG 1a, 1b; N 8, 32.5, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9
voornemen om niet meer te zondigen goed voornemen: good vuurneme (Bocholt) Het voornemen om niet meer te zondigen [de vuërzats]. [N 96D (1989)] III-3-3