e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwenkleren vrouwluikleren: vreliekleijer (Bocholt), wijverkleren: wieverkleijer (Bocholt) vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] III-1-3
vrouwenonderhemd? vrouwluihemd: vrəlīhumə (Bocholt) onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
vrouwziek heet: heit (Bocholt) vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)] III-2-2
vrucht zetten spelen: spiêle (Bocholt) vruchtzetten III-4-3
vruchtvlies vuils: cf. WBD dl. I p. 452 (lemma "kalfsvlies) de typeringen "vuil"en "vullis  vaas (Bocholt) Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 115 (2003)] III-2-2
vuist vuist: vu(ə)st (Bocholt) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
vuistslag op de rug dof: dof (Bocholt) Een slag met de vuist op de rug (bij sommige kinderspelen). [ZND 33 (1940)] III-3-2
vuurslag vuurslager: vø&#x0304rslɛ̄jər (Bocholt) slagpen, stalen ~ in de tondeldoos (stool, vuurslag) [N 20 (zj)] III-2-1
vuursteen vuursteen: vø&#x0304rstēͅin (Bocholt) vuursteen in de tondeldoos [N 20 (zj)] III-2-1
vuurtang, sinteltang vuurtang: vø&#x0304rtaŋ (Bocholt) vuurtang [N 05A (1964)] III-2-1