e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

Gevonden: 5095
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zolderkamer mansarde: mansart (Bocholt) de vloer tussen de hoogste trede van de trap en de deuren van de kamers (Fr. palier) [ZND 33 (1940)] III-2-1
zomen zomen: zø̜jmǝ (Bocholt), zø̜jmǝn (Bocholt) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): peͅləren (Bocholt) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerkleren: zoemerkleijer (Bocholt) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zon- en feestdagen zon- en feestdagen: zon- en fiestdaag (Bocholt) Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)] III-3-3
zondag zondag: sondigs (Bocholt) De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)] III-3-3
zondag houden zondag houden: sondig hauwe (Bocholt) De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)] III-3-3
zondagmissaal missaal: missaal (Bocholt) Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: sonnigse kleijer (Bocholt) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse schort `s zondagse scholk: sooneXsə šoͅlek (Bocholt) schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)] III-1-3