e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

Gevonden: 5095
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doelman keeper (eng.): `kipər (Bocholt), vgl. kippe: doel verdedigen.  kipp`r (Bocholt) [I.] Doelwachter. || Doelverdediger. [DC 49 (1974)] III-3-2
doelpunt goal (eng.): go.l (Bocholt) Doelpunt. [DC 49 (1974)] III-3-2
doffer, mannelijke duif duiver: doever (Bocholt), mannetje: menneke (Bocholt) duif, mannetje [ZND 39 (1942)] III-4-1
dokter dokter: dokter (Bocholt) Hij woont naast de dokter, naast Verbelen [ZND 44 (1946)] III-1-2
dokteren dokteren: dokt’re (Bocholt), meesteren: meist’re (Bocholt) dokteren: De geneeskunde beoefenen (meesteren, dokteren). [N 107 (2001)] III-1-2
domine salvam fac reginam nostram gebed voor de koning: gebed vuur de keuning (Bocholt) Het gezang na de hoogmis voor de regerende vorst(in), in Nederland: "Domine, salvam fac Reginam nostram"; in België: "Domine, salvum fac Regem nostrum". [N 96B (1989)] III-3-3
dominicaan dominicaan: domminikaan (Bocholt) Een Dominicaan [Dómmenekaan, preekheer, preekhier]. [N 96D (1989)] III-3-3
domme man limpes: himpus (Bocholt), Wellicht heeft het te maken met lòmp  limpus (Bocholt) dommerik III-1-4
dompelen duwen: in t water doewen (Bocholt), in het water duwen: in et water doewen (Bocholt, ... ) (in het water) dompelen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || ge moet het doekje in t water dompelen [ZND 23 (1937)] III-1-2, III-4-4
donderbeestje donderbeestje: dònnerbiêsje (Bocholt) donderbeestje III-4-2