e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

Gevonden: 5095
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinkkuil in de wei ven: ven (Bocholt) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droesem bezinksel: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  bezinksel (Bocholt) droesem [ZND 23 (1937)] III-2-3
drogen, droog worden (van gemaaid gras) dor worden: dǫr wē̜rǝ (Bocholt) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
dronken zat: zaat (Bocholt), De zate (of zaje) kluut zag hiêl filosufisch: es ich zaat bön, zi-jt det ederein, en es ich dorst höb, zi-jt det neme(s) Zuu zaat wie èè knòn(of wi-j eine Zwitser) Zuu zaat es ein snep:(omdat een snip zigzaggend van de grond opvliegt) Neet te laat en neet te zaat Eine zaje patat: een dronkenlap  zaat (Bocholt), een verb. vorm van zaat  zaai (Bocholt) bedronken || dronken III-2-3
droog blijven t blijft over]: at blift yvər (Bocholt), t blijft over.  ət blift yvər (Bocholt) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] III-4-4
droog weer droog: drūūch (Bocholt), Algemene opmerking: lijst omgespeld volgens IPA!  ⁄dry(3)̄x (Bocholt) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4
droogdoek, theedoek handdoek: handook (Bocholt) Hoe noemt u de doek waarmee men afdroogt? [N105 (2000)] III-2-1
droogstaan droogstaan: (de koe) stɛi̯ drȳǝx (Bocholt), dryxstõn (Bocholt) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte droogte: druugte (Bocholt) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
droogzolder droogzolder: drȳgzǫldǝr (Bocholt) De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c] II-1