e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q211p plaats=Bocholtz

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onnozele-kinderendag onnozele-kinderen: onnüzele kinger (Bocholtz), onuuzele kinger (Bocholtz) 28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] || Onnozole kinderen [allerkindere]. [N 06 (1960)] III-3-2
ontbijt morgens-caf, de -: moerjəns kafiə (Bocholtz), mörjəns kafiə (Bocholtz) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: morgen [ZND 18G (1935)] III-2-3
ontlasting hebben afgaan: aafjoa (Bocholtz), de rug verlengen: der ruk verlenge (Bocholtz), ene draaien: inge driene (Bocholtz), kakken: kakke (Bocholtz, ... ), schijten: sjiese (Bocholtz), zijn behoefte doen: zieng behoefte doeë (Bocholtz) ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] III-1-1
onvruchtbare geit steenbok: štēbok (Bocholtz) De antwoorden kunnen zowel op een onvruchtbare geit in het algemeen duiden als op een onvruchtbare vrouwelijke geit. [N 19, 72; JG 1a, 1b; N 77, 84; monogr.] I-12
onvruchtbare grond slechte grond: šlɛxtǝ grōŋk (Bocholtz) Grond van slechte kwaliteit. De oorzaak kan verschillend zijn. Het gevolg is echter een slecht landbouwproduct. [N 27, 31; N 27, 29; N 11, 2d; N 11, 2f; A 10, 4; N 6, 33a; Vld.; monogr.] I-8
onvruchtbare koe kwee: kwii̯ (Bocholtz), manse koe: mǫs kǫu̯ (Bocholtz) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onwaardig onwaardig: onwurdig (Bocholtz) Onwaardig [ónwèèrdig, ónwuurdieg]. [N 96D (1989)] III-3-3
onze-lieve-vrouw muttergottes (du.): modder-joaëdes (Bocholtz) Onze Lieve Vrouw [Lie(f)vrouw, Sliefvrouw]. [N 96D (1989)] III-3-3
onzevader vaderonzer: fadder-ónzer (Bocholtz) Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3
ooftvlaai oofterenvladem: Syst. Veldeke  öfterevladem (Bocholtz) Vla met moes van gedroogde appelen (euftevlaoj, zwarte vla?) [N 16 (1962)] III-2-3